Free running is een individuele sport, maar je kunt het ook samen in een groep doen. Dan ga je achter elkaar aan over allerlei obstakels en hindernissen en probeer je om een nog stoerder trucje te doen, als degene voor je heeft gedaan (of juist precies hetzelfde).

Free running wordt ook wel vaak parkour genoemd. Het zijn twee sporten die erg veel op elkaar lijken.
Bij parkour probeer je om zo snel mogelijk van plek naar plek te komen, terwijl je ook zo snel mogelijk over de obstakels heen gaat.
Bij free running probeer je juist met de coolste en tofste trucjes van de ene plek naar de andere te komen.

Free running heeft niet echt spelregels, het is een sport waarbij het de bedoeling is om zo sierlijk mogelijk over obstakels heen te gaan en om van het ene obstakel naar het andere te springen. Het is best een gevaarlijke sport. Omdat het een gevaarlijke sport is, is het belangrijk om de basistechnieken eerst goed te leren. Zoals de parkour roll/safety roll, dat is belangrijk omdat die roll ervoor zorgt dat je minder hard landt: het breekt je val. Verder is het bij freerunning belangrijk om niet bang te zijn en te geloven dat je het kan. Blijf wel opletten dat je niet iets doet dat te gevaarlijk is. Dus niet gaan freerunnen op een plek waar je te hard kan vallen. Je moet ook niet meteen beginnen met moeilijke sprongen of hele hoge sprongen.

Bij free running heb je eigenlijk geen materialen nodig. Het is fijn als je makkelijk zittende kleding draagt, waarin je lekker vrij kunt bewegen. De omgeving is je materiaal! Je kunt alles wat je om je heen ziet, gebruiken als obstakel om coole trucjes op uit te voeren. Zolang als je maar goed inschat of je jouw truc goed kunt uitvoeren op dat obstakel.