Klimmen en klauteren is een individuele sport. Maar zoals klimmen op een klimwand doe je niet altijd alleen. Dan ben je gezekerd aan iemand anders. Diegene blijft op de grond en zit met een touw aan jou vast. Mocht je dan toch bijna vallen, kan diegene ervoor zorgen dat je niet naar beneden valt.

Er bestaan een aantal vormen van klimmen:
– Alpinisme: het beklimmen van bergen;
– Boulderen: verticaal of horizontaal bewegen over boulders, lagere rotsen, waardoor meestal zonder touw kan worden geklommen. Dit kan ook binnen in een klimhal.
– Builderen; het beklimmen van de buitenkant van een gebouw (dit is verboden!);
– IJsklimmen: het beklimmen van bevroren watervallen met speciaal daarvoor ontworpen spullen
– Drytoolen: ijsklimmen, waarbij met ijsklimmateriaal, uitsluitend in rots of op hout geklommen wordt.
– Mixed terrain toolen; een combinatie van ijsklimmen en drytoolen;
– Indoor klimmen: in een klimhal klimmen met behulp van allerlei grepen op de muur;
– Rotsklimmen.

Er zijn voornamelijk veel veiligheidsregels voor het klimmen. Dus zorgen dat je goed gezekerd bent, want je wilt natuurlijk niet dat er ongelukken gebeuren. Daarom moet je altijd even goed checken of je klimgordel wel goed vast zit.

Bij klimmen en klauteren in de gymzaal heb je lekker zittende kleding nodig én toestellen om overheen te klimmen.
Ga je buiten de gymzaal klimmen, dan zijn speciale schoenen en eventueel een klimgordel belangrijk. En voor elke variant die hierboven genoemd zijn, is er een hele hoop klimmateriaal dat handig zijn om te gebruiken.