5 redenen waarom bewegen goed is voor het zelfvertrouwen van jouw kind
Monkey Moves blog
Wat is zelfvertrouwen?
Zelfvertrouwen is het vermogen en het vertrouwen in jezelf om iets nieuws te leren of te kunnen doen. Een belangrijke voorwaarde om dat vertrouwen in je zelf te hebben is dat kinderen op dat moment een positief zelfbeeld hebben. Hierdoor hebben ze vertrouwen in hun eigen kwaliteiten en het vermogen om een nieuwe vaardigheid aan te leren. Dit klinkt heel makkelijk, maar de meeste kinderen worden niet geboren met een grote dosis zelfvertrouwen op zak, dit moet groeien. Het hele leven is dit een proces wat in ontwikkeling is. Wanneer er een positieve ervaring is geweest groeit het zelfvertrouwen, maar wanneer een negatieve ervaring ontstaat daalt het zelfvertrouwen en daarmee vaak ook het zelfbeeld. Wanneer een kind weinig zelfvertrouwen in zichzelf heeft zal dit alleen maar kunnen veranderen wanneer het zelfbeeld van het kind positief is. Met een positief zelfbeeld zal een kind meer doorzettingsvermogen hebben om een nieuwe vaardigheid aan te leren. Wat meestal resulteert in het succesvol resultaat.
Hoe kan bewegen bijdragen aan het zelfvertrouwen van jouw kind?
Hieronder geef ik jou 5 redenen hoe bewegen kan bijdragen aan het zelfvertrouwen van jouw kind:
1. Het hebben van een succes ervaring
Een succes ervaring kan zijn dat iets in één keer lukt. Je kan je voorstellen dat dit meteen het zelfvertrouwen een boost geeft. Maar een succes ervaring kan ook opgebouwd worden. Neem het voorbeeld van het vangen van een tennisbal. In deze vaardigheden zitten veel stappen tot het moment dat het kind ook daadwerkelijk een tennisbal kan vangen. En al deze kleine stapjes kunnen al voor een succes ervaring zorgen. Je kan je voorstellen dat het vangen van een pittenzakje wat van dichtbij gegooid wordt makkelijker is dan een tennisbal die van veraf gegooid wordt. Het variëren van verschillend materiaal is leuk en het kind zal minder snel gefrustreerd raakt als iets een keer niet lukt. Je gebruikt dan gewoon snel een ander voorwerp waarmee het wel lukt. Naast dat het aanleren met verschillend materiaal vaak leuk is, helpt het ook nog eens heel goed voor de verfijning van de motorische vaardigheid. En vanuit motorisch leren gezien, is differentieel leren (een vaardigheid op oneindig veel verschillende manieren oefenen) een hele robuuste manier om een vaardigheid aan te leren.
2. Het hebben van een positief zelfbeeld
Een positief zelfbeeld is denk ik wel één van de belangrijkste punten om meer zelfvertrouwen te kunnen krijgen. Een gelukkig kind dat goed in zijn vel zit, zal veel beter kunnen omgaan met fouten die hij maakt. Hij zal veel minder teleurgesteld zijn als iets niet in één keer lukt. Belangrijk als je je kind wilt helpen een positiever zelfbeeld te krijgen, is dat je niet meteen probeert het probleem op te lossen. Probeer eerst goed naar je kind te luisteren en aan te horen waarom hij er zo over denkt. Probeer begrip te hebben waarom je kind zich zo voelt. Wanneer je kind zich gehoord voelt en zelf goed kan uitleggen waarom hij zich zo voelt, zou het ook sneller in oplossingen kunnen gaan denken. Als ouder kan je helpen je kind in mogelijkheden te laten denken en de negatieve gedachte om te zetten in een positieve gedachten. Lukt het je kind de negatieve ervaring om te zetten in nieuwe positieve mogelijkheden dan zal je kind hoogst waarschijnlijk sneller actie ondernemen om het nogmaals te proberen. Meestal zal de vaardigheid dan op een net iets andere manier worden uitgevoerd, maar dan wel op een manier waarop hij al wist dat hij dit kon. Bij het slagen van de beweging/actie zal je direct zien dat het positieve zelfbeeld en het zelfvertrouwen weer een beetje terug komt.
3. Samen leren met ouders
Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van het zelfvertrouwen en het zelfbeeld van het kind. De manier waarop feedback wordt gegeven is dan ook erg belangrijk. Benoem vooral wat je ziet en niet wat het resultaat was. Je wilt bijvoorbeeld dat je kind het nog een keer probeert als iets niet meteen lukt. Bij het overgooien zou je bijvoorbeeld kunnen zeggen:” Probeer maar iets zachter te gooien, dan kan ik de bal vangen”. In plaats van dat je zegt:” Als je zo hard gooit kan ik de bal nooit vangen”. Wanneer je kind de bal daarna zachter gooit en jij kan hem vangen, probeer je meteen te benoemen dat dit veel beter ging. Waardoor je opbouwende feedback ook nog naar positieve feedback over gaat. Het is dus altijd belangrijk dat je goed naar je eigen kind kijkt en weet wat voor een feedback hij of zij kan krijgen. Daarnaast ben je als ouder ook een rolmodel voor je kind, hij of zij zal kopiëren wat jij doet. Dit zien wij ook veel terug in onze ouder/kind lessen. Daarom vragen we bij de Monkey Moves lessen bij kinderen tussen de 18 maanden tot 4 jaar altijd of de ouders mee doen. Wanneer een ouder eerst iets zelf probeert en het kind ziet dit, zal hij het vaak daarna zelf proberen. Het om hulp vragen gaat dan meestal ook makkelijker. Monkey see, monkey do.
4. Kind zelf laten benoemen wat hij geleerd heeft
Onze lessen eindigen altijd met dat kinderen mogen laten zien wat ze geleerd hebben. Het doel hiervan is dat ze het daarna zelf durven en het ook thuis of op het schoolplein gaan proberen. Het grappige is dat kinderen vaak nog net een stapje verder durven te gaan als ouders komen kijken wat ze geleerd hebben (Het zelfvertrouwen groeit). Ze hebben de hele les geoefend en ze zijn apetrots dat ze iets nieuws kunnen en willen dit heel graag delen. Als Monkey Moves docenten genieten we hier altijd het meeste van. Het zien dat kinderen iets geleerd hebben is mooi, maar zien dat het zelfvertrouwen groeit en ze vol trots laten zien wat ze kunnen is nog veel mooier.
5. Lol maken
Lol maken in de sport is ontzettend belangrijk. Kinderen die lachen en lekker in hun vel zitten, durven meer. Ze leggen de lat minder hoog voor zichzelf, ze durven fouten te maken en hebben een positiever zelfbeeld. Het mooie is dat wij in de lessen dit vaak ook merken in de groep. Kinderen komen zelf met ideeën hoe ze een spel kunnen aanpassen of moeilijker maken, er is dus genoeg zelfvertrouwen om de moeilijkheidsgraad te verhogen. Maar ook zien we vaak dat kinderen dingen gaan doen die ze eerder misschien niet zo stoer vonden om te doen, er is dus zelfvertrouwen om buiten je ‘comfort zone’ te spelen. Dit zien we vaak terug bij het openingsdansje, de eerste lessen willen ze niet mee dansen, maar na een aantal lessen zijn ze vertrouwd met de omgeving en hebben ze het dansje vaak genoeg voorbij zien komen dat ze het wel vertrouwen om mee te gaan doen. Uiteindelijk hoort het ook bij de lol die ze maken de gehele les.
5 redenen waarom zelfvertrouwen goed is voor het bewegen van jouw kind
Eigenlijk zou ik de titel van mijn blog ook kunnen omdraaien, 5 redenen waarom zelfvertrouwen goed is voor het bewegen van jouw kind. Een positief zelfbeeld, zelfvertrouwen en het aanleren van nieuwe of complexe vaardigheden, het werkt altijd samen. En het is een proces wat ons hele leven in ontwikkeling zal blijven. Wij doen er alles aan om dit proces te faciliteren.