De sociale ontwikkeling van basisschoolkinderen
Monkey Moves blog
- Inlevingsvermogen van het kind in een ander kind
- Het herkennen van de eigen persoonlijkheid en het herkennen van de persoonlijkheid van anderen
- Het verschil tussen iets kunnen en iets willen.
Het inlevingsvermogen van een basisschoolkind
Kinderen van deze leeftijd zitten steeds vaker in groepjes bij elkaar. Er worden vriendschappen gesloten en ze leren omgaan met verschillende gedragscodes. Mensen zijn groep wezens en dat komt in deze leeftijd erg naar voren. Kinderen willen erbij horen, bij een groep horen en zichzelf leren kennen. Om dit te doen vergelijkt het kind zichzelf graag met anderen. Kenmerkend hiervan zijn de eindeloze wedstrijdjes tegen elkaar, de zogenaamde competitiedrang.In een groep komen verschillende meningen bij elkaar en krijgt het kind de keuze om hierin mee te gaan of niet. Kinderen beseffen dan steeds meer dat iemand anders dezelfde gebeurtenis, anders kan waarnemen. Op deze leeftijd leren kinderen ook dat een bepaalde gebeurtenis niet altijd dezelfde emotie oproept en dat bij een ander ook een andere emotie kan worden opgeroepen. Het vermogen om dit te beseffen heet het inlevingsvermogen en maakt op deze leeftijd een begin. Vanaf 8 jaar kan het kind steeds beter zich inleven in de ander en heeft het soms ook al een goed beeld van hoe een ander over hem of haar denkt.
Het herkennen van persoonlijkheid
We kunnen het herkennen van persoonlijkheid onderscheiden in de eigen persoonlijkheid en de persoonlijkheid van anderen. Een persoonlijkheid wordt gekenmerkt door bepaalde eigenschappen en karaktertrekken. Belangrijk is dat een persoonlijkheid niet goed of fout kan zijn. Het is slechts een omschrijving waardoor het vaak makkelijker kan zijn om iemands motieven te vinden, iemands gedrag te begrijpen of te begrijpen hoe iemand denkt. De persoonlijkheid van een kind ligt niet vast. Door invloed van zichzelf (aanleg) en de omgeving kan dit altijd veranderen. KInderen in deze leeftijd kunnen dit al zelf ervaren doordat ze zelf kunnen herkennen wat ze leuk vinden en wat ze niet leuk vinden. Tevens leren de kinderen ook de persoonlijkheid van hun vriendjes herkennen door dit in de groep met elkaar te vergelijken.
Het verschil tussen iets kunnen en iets willen
Kinderen in de basisschoolleeftijd hebben nog moeite met het onderscheiden van “ergens goed in zijn” en “ergens je best voor doen”. In een Monkey Moves multisport les komen er tal van opdrachten langs waar je zowel bekwaam voor moet zijn maar ook heel erg je best voor moet doen. Als je al iets goed kunt, hoef je er minder moeite voor te doen. Andersom: Als je iets snel doet of af krijgt, betekent dat niet direct dat je er goed in bent. Dit is voor veel kinderen in deze leeftijd een uitdaging om te begrijpen. Daarom denken veel kinderen in deze leeftijd dat je best doen, automatisch betekent dat je het kunt.Hierbij komt de vraag kijken, prijs je het kind om het resultaat of de inzet? In deze leeftijdscategorie prijst Monkey Moves het kind om de inzet omdat niet gaat om een doelpunt maar om de motorische handeling die hierbij komt kijken en dus de inzet. Wel is het belangrijk om duidelijk te maken dat je best doen en inzet, het resultaat positief kan veranderen. Door het resultaat hetzelfde te laten zijn, en de weg daarheen steeds te laten verschillen, probeert Monkey Moves de kinderen het verschil duidelijk te maken tussen je best doen en iets kunnen."Basisschoolkinderen hebben moeite met het onderscheid tussen ergens goed in zijn en ergens je best voor doen"
Herkenningspunten van de sociale ontwikkeling bij basisschoolkinderen
- Het kind gaat steeds meer nadenken over zijn eigen persoonlijkheid en vaardigheden. Wat kan ik? Hoe zie ik eruit?
- Het kind gaat zich vergelijken met anderen kinderen en verplaatst zich meer in een ander kind. Vraagt meer naar de meningen van anderen en is daar benieuwd naar.
- Emotionele stemmingen zijn minder wisselvallig; kinderen worden steeds meer 2ig.
- Naast contact met ouders wordt er ook steeds vaker contact gezocht met vriendjes. Hierdoor leert hij omgaan met andere kinderen, ruzies oplossen, en voor zichzelf opkomen.
- Het verplaatsen in andere kinderen gaat steeds beter en daardoor kan het kind zich beter houden aan regels en afspraken als ze deze begrijpen.
- Kinderen rond deze leeftijd kunnen langdurig zelfstandig samen of alleen spelen
- Kinderen willen bij een groep horen en kunnen bijvoorbeeld voor het eerst groepsdruk ervaren.