even geduld, de pagina wordt geladen...

Locatie zoeker

Voor ouders

Wat is multisport?

Monkey Moves blog

Door: Bart Poot (Oprichter Monkey Moves en Bewegingswetenschapper)

Multisport verwijst letterlijk naar het beoefenen van meerdere sporten in plaats van vroege specialisatie in één sport. In een review van Ramsay, Mosher en Baker worden verschillende benaderingen van multisport als tegenhanger van vroeg specialiseren beschreven1. De verschillen in definitie hebben te maken met de intensiteit en de vorm van multisport (spelen versus gericht trainen). Waarbij de term ‘sampling’ gebruikt wordt voor spelen in een minder gestructureerde omgeving, wat uiteindelijk kan bijdragen aan het verwerven van expertise en de term ‘diversification’ gebruikt wordt voor gericht trainen in een gestructureerde omgeving, waarbij de nadruk vooral ligt op de ontwikkeling van vaardigheden en het verbeteren van prestaties.

Het ‘Long Term Athlete Development (LTAD)’ model ontwikkeld door Balyi en Hamilton voor talentontwikkeling, beschrijft verschillende fases waarin Physical Literacy en Multisport verwikkeld zijn2. Het model wordt in verschillende varianten gebruikt en is in de loop der jaren aangevuld, zoals bijvoorbeeld visueel weergegeven door Sport for Life uit Canada, zie het figuur onder aan de pagina.

In het model worden verschillende fasen beschreven, waarvan de eerste drie fasen (0-12 jaar) hier kort aangestipt worden. ‘Active Start’ staat voor de leeftijd 0-6 jaar, waarin fundamentele bewegingsvaardigheden ontwikkeld worden vanuit een beweegrijke omgeving. Deze worden door vrij en ongestuurd spel ontwikkeld. De fase ‘FUNdamentals’ (6-9 jaar), waarin de focus op plezier ligt, en het verder ontwikkelen van de fundamentele vaardigheden vanuit een veelzijdig en gevarieerd aanbod. En in de fase ‘Learn to train’ (9-12 jaar) wordt een combinatie gemaakt tussen het ontwikkelen van fundamentele vaardigheden en het aanleren van meer sportspecifieke vaardigheden.

Voordelen van Multisport

Jean Côté, een vooraanstaand onderzoeker op het gebied van sportpsychologie en jeugdsport, heeft veel gepubliceerd over de voordelen van een multisport aanpak voor kinderen3. In het ‘Developmental Model of Sport Participation (DMSP)’, worden drie routes naar sportparticipatie op latere leeftijd beschreven, waarbij rekening wordt gehouden met de psychosociale en fysieke ontwikkeling van kinderen4. Binnen de eerste twee routes van het model wordt voor kinderen van zes tot twaalf jaar, de zogeheten sampling jaren, een hoge mate van ‘Deliberate play’ en ‘involvement in several sports’ aangemoedigd.

Breed motorisch ontwikkelen en het beoefenen van meerdere sporten biedt tal van voordelen voor kinderen. Verschillende sporten bestaan uit verschillende vaardigheden.

Een ander voordeel van multisport beoefenen is blessurepreventie. Door verschillende bewegingsvaardigheden te trainen, ontwikkelen kinderen een sterkere en meer gebalanceerde fysieke basis, wat de kans op overbelastingsblessures vermindert5. Dit is belangrijk voor jonge sporters die het risico lopen op blessures door vroege specialisatie in één sport.

Daarnaast verhoogt multisport het plezier en de motivatie om te blijven bewegen. Kinderen die meerdere sporten beoefenen, ervaren regelmatig nieuwe uitdagingen en successen, wat hun intrinsieke motivatie versterkt. Ze ontwikkelen ook een bredere motorische basis, wat hen helpt om op latere leeftijd gemakkelijker over te stappen naar andere sporten of fysieke activiteiten6.

Multisport in de breedste zin van het woord bevordert de ontwikkeling van een breed scala aan motorische vaardigheden door kinderen aan te moedigen om verschillende (sport)vaardigheden te beoefenen, gecombineerd met zelfontdekkend leren en vrij spelen. Dit helpt hen om diverse bewegingspatronen te leren en te verfijnen, wat essentieel is voor hun algehele fysieke ontwikkeling. Waarbij naast de veelzijdige en gevarieerde benadering van sport, ook de cognitieve en sociale ontwikkeling meegenomen wordt. Het beoefenen van verschillende sporten(vaardigheden) helpt kinderen ook om beter te leren samenwerken, problemen op te lossen en strategisch te denken.

Toepassingen van Multisport

Er zijn gelukkig goede voorbeelden van toepassing van multisport en tegelijkertijd valt hier nog terrein te winnen. De traditionele gedachte bij sportclubs is helaas nog regelmatig dat kinderen al op zeer jonge leeftijd specialiseren in één sport. Op de voetbalclub worden kinderen van 4 jaar welkom geheten om vervolgens alleen voetbaltrainingen te geven. Als ouder zou je er voor kunnen kiezen om je kind vervolgens op meerdere sportclubs te zetten, zodat het kind aan verschillende vaardigheden werkt. In Canada zijn ze daar een stuk verder mee dan in Nederland en wordt vanuit Active For Life vanuit verschillende sportbonden het doen van meerdere sporten op jonge leeftijd aangemoedigd7.

In Nederland zijn er tal van voorbeelden van organisaties die in verschillende vormen veelzijdig bewegen aanbieden, zoals (maar niet uitsluitend) Nijntje Beweegdiploma, Voetjebal, Panasj, Aapjeskooi, Playfit en Monkey Moves.

Daarnaast zijn er mogelijkheden om multisport activiteiten structureel in te bedden in de sportspecifieke training bij een sportclub. Zo kan je bijvoorbeeld judo vaardigheden toevoegen aan een voetbaltraining. Het Athletic Skills Model (ASM) geeft hier verschillende opleidingen in.

Uitdaging

Kinderen beschikken niet meer over hetzelfde bewegingsrepertoire en daarmee ook niet over dezelfde perceptuele en cognitieve capaciteiten als hun ouders of grootouders, die vorige generaties onbewust door spel hebben verworven.

Een uitdaging om het reeds beschreven ‘wicked problem’ aan te pakken zal om een andere aanpak vragen dan vroeger. Kinderen groeien in vergelijking met eerdere generaties anders op. Kinderen weten steeds minder hoe ze moeten spelen. En daarvoor is juist de noodzaak om kinderen te helpen in hun ontwikkeling. Waar vroeger kinderen dagelijks aan het buitenspelen waren, is dat tegenwoordig niet meer zo vanzelfsprekend. In Nederland zijn er 400.000 kinderen tussen de 6 en 12 jaar die nooit buitenspelen8. Daarmee missen ze essentiële momenten om vanuit vrij spel vaardigheden te ontwikkelen.

Waar in het LTAD model deliberate play en sampling op een ongestructureerde manier geadviseerd wordt, denken wij dat kinderen tegenwoordig meer structuur en inspiratie nodig hebben om te groeien. Een combinatie tussen vrij spel en zelf ontdekkend leren en in de zone van naaste ontwikkeling de juiste handreiking/instructie krijgen om verder te groeien en ontwikkelen.

Denk nog even aan die beweegrijke speelomgeving met bomen, rotsen en waterpartij. Is het voldoende om die alleen aan te leggen? Gemeenten vinden het vooral lastig om de motivatie van kinderen vast te houden na een eenmalige activiteit of om een vervolgactiviteit te vinden9. Wordt die boomstam wel gezien als klimobstakel en worden die rotsen gezien als een plek om naartoe te springen? Of is er behoefte aan programmering om kinderen op deze plaatsen te blijven uitdagen en zichzelf te blijven ontwikkelen?

Bronnen:

  1. Fay D (2013). Becoming safely attached: an exploration for professionals in embodied attachment. <https://dfay.com/archives/1221>
  2. <https://monkeymoves.com/360-methode>
  3. <https://monkeymoves.com/blog/de-meesters-en-juffen-als-rolmodel>
  4. Nicholson S (1971). How not to cheat children – The theory of loose parts. Landscape Architecture, 62, 30-34.
  5. Houser NE et al. (2019). A Loose Parts Randomized Controlled Trial to Promote Active Outdoor Play in Preschool-aged Children: Physical Literacy in the Early Years (PLEY) Project. Methods And Protocols, 2 (2), 27.
  6. Houser NE et al. (2016). Let the Children Play: Scoping Review on the Implementation and Use of Loose Parts for Promoting Physical Activity Participation. AIMS Public Health, 3 (4): 781-799.
  7. Schöllhorn W (1999). Individualität – ein vernachlässigter Parameter? Leistungssport, 29, 5-12.
  8. Beek PJ (2011). Nieuwe, praktische relevante inzichten in techniektraining. Motorisch leren: het belang van random variaties in de uitvoering (deel 5). Sportgericht, 6, 30-35.
  9. Poot B (2024). Bewegingsarmoede bij kinderen vraagt om actie. Deel 1: Brede motorische ontwikkeling is essentieel. Sportgericht, 78 (3), 24-27.
  10. Beek PJ (2011). Nieuwe, praktische relevante inzichten in techniektraining. Motorisch leren: het belang van random variaties in de uitvoering (deel 5). Sportgericht, 6, 30-35.

Menu
Heb je een vraag?
×
Maikai is het archetype ‘sage’: de wijze man die zijn kennis wil delen met anderen. Maikai helpt je graag!