Atletiek
bij Monkey Moves
Atletiek wordt ook wel de moeder van alle sporten genoemd. Dat komt omdat er binnen alle onderdelen van atletiek een heleboel motorische basisvaardigheden aan bod komen. Daarbij is het ook nog een van de oudste sporten. De vaardigheden die je bij atletiek oefent, komen in heel veel verschillende sporten terug.
Is Atletiek een teamsport of een individuele sport?
Bij atletiek is dat moeilijk te zeggen omdat atletiek uit een heleboel verschillende onderdelen bestaat. Denk bijvoorbeeld aan de 100m sprint of aan speerwerpen, wat individuele onderdelen zijn, maar er zijn ook teamonderdelen. De estafette is bijvoorbeeld een team onderdeel.
Zijn er bij Atletiek verschillende onderdelen?
LOOPONDERDELEN
Sprinten
Sprintafstanden zijn niet langer dan 400m. Dat is precies één rondje om de atletiekbaan. De kortste afstand is 100 meter. Bij 100meter hoef je alleen maar rechtdoor te rennen. Ook is het oppassen geblazen want je moet ook binnen de witte lijntjes blijven tijdens het rennen.
Midden afstand
Bij de midden afstanden lopen de atleten minstens twee rondjes en maximaal bijna 4 rondjes (800m, 1000m en 1500m). Bij de middenafstanden moet je niet alleen heel hard kunnen rennen maar ook heel slim zijn want je hoeft niet binnen de witte lijntjes te blijven die op de atletiekbaan staan. Je kunt dus voor iemand gaan lopen om de weg een beetje te blokkeren of expres achter iemand gaan lopen en hem vlak voor de finish nog proberen in te halen.
Lange afstand
Langsafstanden zijn echt ver hoor! De echte atleten rennen 3km, 5km of wel 10km. Dat is net zo ver als de avond 4-daagse, maar dan dus helemaal rennend! Je moet voor dit oonderdeel dus heel netjes kunnen rennen om zoveel mogelijk energie te besparen.
Horden
Bij hordelopen moeten de sporters over poortjes heen springen. Dit is danook een soort combinatie onderdeel tussen springen en rennen. Je mag de poortjes omver lopen, maar dat doet natuurlijk een beetje pijn en het is natuurlijk sneller om ze te laten staan en er overheen te springen.
Estafettes
Dit is het teamsport ondereel van atletiek. Het is echt super moeilijk omdat de atleten op hun allerhardst moeten rennen en dan ook nog een stokje moeten doorgeven. Dit gaat dan ook nog wel eens mis en dan valt het stokje. Als het stokje is gevallen kun je het nog wel oprapen, maar je kunt de tegenstanders niet meer zo gemakkelijk inhalen.
Steeple Chase
Hier doen de sporters paardjes na en moeten ze elke ronde net als bij paardrijden over een grote balk springen met water erachter. De afstand van de steeple chase is 2000 meter voor vrouwen en 3000m voor mannen. Voor de steeple Chase is dus niet alleen uithoudingsvermogen erg belangrijk maar ook coördinate.
Welke vormen van springen ken jij? Je kunt natuurlijk ergens overop springen of overheen springen. Bijvoorbeeld van de straat op de stoep springen of over een grote plas heen. Bij atletiek hebben ze de volgende springonderdelen bedacht.
SPRINGONDERDELEN
Verspringen
verspringers proberen zo ver mogelijk in een zandbak te springen. Ze rennen zo hard mogelijk aan en op het juiste moment springen ze zo ver mogelijk. Er staat een witte streep op de grond waar je tenen niet overheen mogen komen. Er wordt gemeten vanaf het eerste stukje zand dat de springer heeft aangeraakt. Als de atleet dus per ongeluk zijn handen achter zich neerzet nadat hij is geland, dan tellen zijn handen. Dat is dus goed opletten!
Hinkstapspringen
dit is een heel moeilijk onderdeel waarbij je niet alleen heel veel kracht nodig hebt, maar ook snelheid en coördinatievermogen. Je moet namelijk eerst heel hard rennen, dan mag je één keer een hinkel maken, dan een stap en dan pas een echte sprong!
Hoogspringen
Maar dan ook echt hoog. Sommige hoogspringers zijn zo goed dat ze hoger kunnen springen dan ze zelf lang zijn! Ze maken dan wel een speciale sprong waarbij ze een soort draai maken in de lucht en op hun rug landen op een hele dikke mat. Er wordt gemeten hoe hoog je hebt gesprongen door een touwtje of lat. Daar moet je overheen springen. Als je de lat raakt, dan telt de sprong niet.
Polsstok hoogspringen
Dit is een hele bijzondere manier van hoogspringen! De atleten rennen met een hele lange stok richting een kussen. Vlak voor het kussen zit een gaatje in de grond. Ze proberen de stok daar precies in te prikken. Als dat is gelukt en ze hebben hard genoeg gerend dan buigt de stok en schiet de stok de polsstok hoogspringer omhoog. Dit is echt hee moelijk! Ook hier hangt een touwtje of lat om te meten hoe hoog er is gesprongen. Het wereldrecord polsstok hoogspringen staat op 6 meter en 16 centimeter. Dat is net zo hoog als een huis!!!
WERPONDERDELEN
Werpen is een ander woord voor gooien. Als je heel goed kan gooien, dan kun je bij atletiek proberen met verschillende dingen te gooien. Bij atletiek hebben ze de volgende gooiwedstrijden.
Kogelstoten
Kogelstoten zijn vaak hele grote sterke mensen. Ze leggen een hele grote zware bal in hun nek en duwen de kogel na het draaien van een rondje zo ver mogelijk weg. De kogel komt dan in een zandbak terecht
Discuswerpen
Een discus is een soort frisbee, maar dan een stuk zwaarder. Bij discuswerpen draait de werper een paar rondjes en dan slingert hij de discus zo ver mogelijk weg.Echt goede discuswerpers kunnen heel ver gooien en hebben een heel groot grasveld nodig waar ze proberen over heen te gooien.
Kogelslingeren
Bij deze slingersport zit de kogel die de kogelstoters in hun nek leggen, vast aan een ketting met een handvat eraan vast. De kogelslingeraar maakt een paar rondjes totdat de kogel zo hard slingert dat ze hem bijna niet meer kunnen vasthouden. Dan maken ze nog een stukje van de draai af en vliegt de kogel door de lucht. Het is natuurlijk heel gevaarlijk als zo’n zware kogel door de luchtvliegt, daarom hebben ook zij een hele groot grasveld nodig waar niemand op mag staan. Alleen als ze klaar zijn, maar dan alleen de mensen die gaan meten hoe ver ze de kogel hebben weg geslingerd.
Speerwerpen
Ze gooien hier met een echte speer! Super stoer en ook heel gevaarlijk. Na een hele snelle aanloop stopt de speerwerper ineens met rennen en gooit de speer dan met een gestrekte arm boven zijn hoofd weg. Net als bij verspringen moet de speerwerper ook precies voor de witte streep stoppen met rennen. Sommige speerwerper kunnen net zo ver gooien als de kortste sprint afstand (bijna 100m!). Dat bijna net zo ver als een hele straat!!
Wat zijn de spelregels van / bij Atletiek?
Omdat atletiek uit zo veel verschillende onderdelen bestaat, zijn er ook heel erg veel regels. Per onderdeel zijn er weer eigen regels. Bij de looponderdelen moet je er bijvoorbeeld voor zorgen dat de ondergrond vlak is en dat de afstanden die de mensen moeten rennen goed kloppen. Bij het springen wordt er onder andere goed gelet op de plek waarvan je mag afzetten en op de plek waar je land. En bij de werponderdelen moeten de materialen aan bepaalde eisen voldoen.
Welke spullen heb je nodig voor Atletiek?
Per onderdeel heb je specifieke materialen nodig. Materialen die je zou kunnen gebruiken om een aantal onderdelen uit te kunnen voeren zijn: hordes om overheen te springen, een zachte landingsplaats om in te springen, een meetlint om je afstanden op te meten, een kogel of een bal, een discus of een andere platte schijf, een (foam)speer en heel veel ruimte.
Welke vaardigheden ontwikkelt jouw apekop bij Monkey Moves Atletiek?
Als je goed naar Atletiek kijkt, dan kun je er een aantal basisvaardigheden uit halen. Bij Monkey Moves verdelen we deze vaardigheden in statische vaardigheden, verplaatsingsgerichte vaardigheden (waarbij je jezelf verplaatst) en manipulatieve vaardigheden (waarbij je iets of iemand verplaatst). Bij veel sporten ontwikkelen kinderen ook sociaal- emotionele vaardigheden.